Direct naar paginainhoud

John van Soest - zelfbeheergroep Lage Vaart

‘Vroeger wilde hier nog geen vogel vertoeven, nu is het een paradijsje’

Almere wordt steeds groener. De vele groeninitiatieven door betrokken en bevlogen Almeerders werpen letterlijk en figuurlijk hun vruchten af. Dat geldt ook voor de groenstrook langs de Lage Vaart in de Bouwmeesterbuurt. Die heeft in de loop van de jaren een ware metamorfose ondergaan. En binnenkort genieten ook de bijen van de groene oase. ‘In de vlindertuin komt een van de bijenhotels die vanuit Growing Green Cities worden uitgegeven aan een aantal buurten in Almere. Dat is toch wel heel leuk!’, zegt John van Soest enthousiast. Samen met een grote groep vrijwilligers van de Zelfbeheergroep Lage Vaart zet hij zich al jaren in voor het vergroenen van de wijk. ‘Het is hier nu een waar paradijsje.’

 

Het groengebied kenmerkt zich door een vrij smalle strook van wel acht hectare en is vrij divers, met hoge populieren, een stuk bos en vele planten en struiken. Het idee om de groenstrook aan te pakken is vanuit de be­woners zelf ontstaan, vertelt John. ‘Als ik me niet vergis, zijn de eerste contacten hierover al in 2013 gelegd. Toen ik hier kwam wonen, was het een saai gebied met alleen een strook vlierstruikjes. Daar zit zo weinig in. Echt boring. Het was wel groen, maar daar was alles ook wel mee gezegd!’

‘Het mooie is de verbinding die je maakt met je eigen woon- en leef- omgeving, maar ook met elkaar’

Metamorfose

De groenstrook werd toen vooral gebruikt als dumpplek. ‘Samen met een groep bewoners hebben we eerst vrachtenvol afval zoals matrassen, kasten en andere rommel weggehaald. Nu wordt dat een keer per maand bijge­houden. Er is merkbaar meer sociale controle. Daardoor blijft het gebied een stuk schoner. Daarna hebben we een struinpad aangelegd onder de popu­lieren.’ Inmiddels is het gebied omgetoverd tot een kleurrijk gebied, vertelt John met trots. ‘Met heel veel verschillende planten en struiken en een bijenlint met eenjarige bloemen. Maar er is ook een voedselbos vol lekkere dingen zoals appel-, peren-, pruimen-, mispel,- abrikozen- en notenbomen, een ­vlinder- en kruidentuin, een paddenpoel en vleermuiskasten. Echt van alles.’

Thuisgevoel

Elke maand hebben ze een klusdag. Dan verzamelen de vrijwilligers zich eerst bij een medebewoner voor koffie en thee. Soms met zelfgebakken mispelkoeken. ‘Een koekje van eigen deeg, zeg maar. En daarna is het aan de slag. Snoeien om de paden begaanbaar te houden, harken, er is eigenlijk van alles te doen.’ Het mooie vindt John de verbinding die je maakt met je eigen woon- en leefomgeving, maar ook met elkaar. En dat je werkt aan een gezamenlijk iets. ‘Het geeft een gevoel van thuis, dit is echt mijn plek. En dat betekent meer dan alleen maar wonen. Het is gaaf dat het gebied zo aan aantrekkelijkheid heeft gewonnen in plaats van die saaie plek die het eerst was, waar nog geen vogel wilde vertoeven.’ Hij gaat er zelf regelmatig heen en houdt het voedselbos bij. ‘Prachtig hoor, die abrikozenbomen met die oranje vruchten. Vergeleken met vroeger is het hier veel gevarieerder en mooier geworden.’

 

MEER INFORMATIE

LOCATIE

Voedselbos en groenstrook
langs het Johnsonpad
tussen de Hogering en
SC Buitenboys

 

THEMA'S